Het stellen van doelen en positief taalgebruik

Doelen stellen en positief taalgebruik

Negatief taalgebruik

Het is goed om te weten wat je wilt en welke doelen je wilt realiseren. En dan bedoel ik niet alleen de grote zaken zoals werk, relatie en huis, het gaat met name om de kleine zaken. Veel mensen weten heel goed wat zij niet willen maar niet wat zij wel willen. Dit merk je ook terug in het taalgebruik. Dat wil ik niet, doe dat niet, pas op dat je niet…, als je dat niet doet dan…..

Het grote nadeel hiervan is dat je telkens jouw of iemand anders zijn aandacht richt op iets dat je niet wilt. Je ziet dat goed bij kleine kinderen. Als je zegt dat zij geen snoepje mogen pakken, zullen zij er juist om gaan vragen. Ook al zeg je dat het niet mag, je richt toch de aandacht op het nemen van een snoepje. Beter is het om aan te geven wat wel mag. Bijvoorbeeld, neem maar een appel.

Een heel bekend voorbeeld is om iemand te vragen niet aan een roze olifant te denken. Voordat je het vroeg dacht hij of zij er niet aan. Nu dat je hem of haar vraagt er niet aan te denken, zal hij er juist wel aan denken! Je richt de aandacht op iets dat je niet wil.

Het effect van positief taalgebruik op het halen van je doelen

Wanneer jij ergens je aandacht op richt, in negatieve of positieve zin, vergroot je de kans dat het gebeurt. Als jij bang bent om te vallen, zal je zien dat het wel gebeurt. Mensen die zich daar helemaal niet mee bezig houden vallen veel minder. Jij bent bezig met niet vallen, zij zijn bezig met lekker skiën, fietsen, of wat dan ook.

Het is beter je bezig te houden met de zaken die je wel wilt. Jouw aandacht en die van de mensen in jouw omgeving wordt dan gebruikt om positieve dingen te bereiken.

Let er dan ook op in je gedachten en spraak dat je praat en denkt over de zaken die je wel wilt realiseren. Vermijd zinnen met niet en bouw ze om naar zinnen waarin je aangeeft wat je wel wilt. Het is even wennen, de door jou gewenste doelen zul je echter sneller bereiken.

Groet,

Eric Jansen

–